2.1 De Atmosfeer
De aarde wordt omringd door een laag die bestaat uit allerlei gassen: de atmosfeer of dampkring. Zonder deze laag zou het leven op aarde onmogelijk zijn. De atmosfeer geeft ons lucht, water, warmte en beschermt ons tegen de schadelijke
stralen van de zon en tegen meteorieten. De dampkring is een kleurloze, reukloze, smaakloze "zee" van gassen, water en fijne stof.
De atmosfeer bestaat uit verschillende lagen met verschillende eigenschappen. Zij bestaat uit: 78% stikstof, 21% zuurstof, 0,93% argon, 0,03% koolstofdioxide en voor 0,04% uit andere gassen.
De Troposfeer is de laag waar het weer zich afspeelt, daar boven bevindt zich de Stratosfeer.
In de Stratosfeer ligt de Ozonlaag, die de meeste ultraviolette
straling van de zon tegenhoudt (zie ook UV-index).
Boven de Stratosfeer liggen de Mesosfeer, de Thermosfeer - met daarin de Ionosfeer - en daar boven de Exosfeer. De totale atmosfeer is ongeveer 700 km dik.
Waar bestaat de atmosfeer uit?
De atmosfeer heeft aan de buitenkant geen duidelijke grens omdat ze hogerop steeds dunner wordt. Ze verliest ook voortdurend moleculen van lichtere gassen zoals helium en waterstof. De atmosfeer wordt, naarmate je verder van de
aarde komt, onderverdeeld in dunne lagen, op basis van de veranderingen in temperatuur.
- Troposfeer:
De troposfeer is de onderste laag van de atmosfeer en is ongeveer 12 km dik. Ze bevat 75% van alle gassen van de hele atmosfeer en ook grote hoeveelheden water en stof. Doordat de zon de aarde opwarmt blijft deze grote massa in beweging. Door de bewegingen van deze massa ontstaat het weer. De troposfeer is aan de grond meestal het warmst en wordt naar de bovengrens (Tropopause) toe steeds koeler. De tropopause ligt niet overal op dezelfde hoogte. Bij de evenaar ligt deze op 18 km, op 50 graden noorderbreedte en zuiderbreedte op 9 km en bij de beide polen op 6 km hoogte. - Stratosfeer:
De stratosfeer loopt van de tropopause tot de bovengrens (Stratopause), die 50 km boven het aardoppervlak ligt. Deze laag bevat 19% van alle gassen van de atmosfeer en heeft heel weinig waterdamp. In vergelijking met de troposfeer zijn de
bewegingen van de gassen heel rustig. In de stratosfeer bevindt zich een laag ozongas (de Ozonlaag) die de schadelijke ultraviolette stralen van de zon tegenhoudt. Naarmate je hoger komt in de stratosfeer wordt de lucht steeds warmer. De temperatuur loopt op van -60°C aan de onderkant tot 10°C bij de stratopause. - Mesosfeer: De Mesosfeer is de volgende laag boven de stratopause en loopt tot de bovengrens (Mesopause), die 80km boven de aarde ligt. De gassen in de mesosfeer zijn te ijl om veel zonnewarmte op te nemen. Toch is de lucht hier dicht genoeg om meteorieten die in de atmosfeer terecht komen, te vertragen. Ze branden dan op, wat te zien is als lichtstrepen aan de nachtelijke hemel. De temperaturen in de mesosfeer dalen tot -120°C bij de mesopause.
- Thermosfeer:
De thermosfeer is de laag boven de mesopause. De gassen hierin zijn nog ijler dan die in de mesosfeer, maar ze absorberen ultraviolet licht van de zon. Hierdoor lopen de temperaturen aan de bovenkant op tot 2000°C, dat is op een hoogte van 700 km boven het aardoppervlak. In de thermosfeer ligt nog een aparte laag, de ionosfeer, die van 100 km tot 300 km boven het aardoppervlak loopt. - Ionosfeer:
Zoals gezegd is de ionosfeer een deel van de thermosfeer. Ze bestaat uit elektrisch geladen gasdeeltjes (geïoniseerd).
Deze elektrische lading krijgen ze door de ultraviolette straling van de zon. De ionosfeer heeft de belangrijke eigenschap dat zij radiosignalen, die vanaf de aarde uitgezonden worden, terugkaatst. Hierdoor zijn alle delen van de wereld via radiobereikbaar. - Exosfeer:
De exosfeer is de buitenste laag van de atmosfeer en loopt van 700 km tot 800 km boven de aarde. In deze laag worden
gassen steeds ijler en verdwijnen in de ruimte.
Welke invloed heeft de atmosfeer?
De atmosfeer is van levensbelang voor het leven op aarde. Zonder atmosfeer is er geen leven op aarde mogelijk. Ze levert zuurstof die nodig is om te kunnen ademen, beschermt ons tegen meteoriet inslagen en ultraviolette straling van de zon. De atmosfeer houdt zoveel warmte vast dat er op aarde een leefbare temperatuur heerst. Het weer dat ontstaat door luchtstromingen in de troposfeer zorgt ervoor dat er een constante circulatie is van water naar waterdamp naar regen naar water. Deze kringloop zorgt samen met temperatuurverschillen en luchtcirculatie (wind) voor erosie van het aardoppervlak waardoor het uiterlijk van de aarde in de loop van de jaren verandert.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home